In Mylemans’ landschappen aardt de hemel.
Het paradijs is voor de duur van een schilderij neergedaald op doek. Het toont zich in aaneengekoekte verfklodders, opeengehoopte geligheid, uiteenspattend rood en hevig blauw. Mylemans’ maximalistische, jubelende aanpak van verf, penseelvoering en kleurintensiteit zorgt voor eerbied voor, en voortbestaan van, het geheim. Wat er precies in het landschap te zien valt, zien we juist niet. We zien de natuur in haar sterkst gesynthetiseerde gestalte. Wat we zien is de herinnering aan een zien, de worsteling met een herinnering of een reeks herinneringen.
F. BOENDERS
Kunstcriticus, auteur, Lid Van de Koninklijke Academie van Wetenschapen en Kunsten.